Categorie I t/m IV, ongeclassificeerd en vermoedelijk diepe weefselbeschadiging

Categorie I

Niet wegdrukbare roodheid bij een intacte huid

Het gebied kan pijnlijk, stijf, zacht, warmer of kouder zijn in vergelijking met aangrenzend weefsel. Let op: een donkere huid vertoont mogelijk geen zichtbare verkleuring en is daarom moeilijker te beoordelen.

Doel
Voorkomen van verdere uitbreiding.

Handelingen

Afhankelijk van de locatie, vrijleggen en droog houden. Preventief kan er gestart worden met het aanbrengen van een schuimverband.

Categorie II

Verlies van een deel van de huidlaag of blaar

Een glimmend of droog oppervlakkige wond met een roze wondbodem, zonder wondbeslag of kneuzing. Een deel van de dermis is verdwenen. De wond kan eruit zien als een intacte, een open of een gescheurde blaar. Ook een blaar gevuld met vocht (plasma) en/of bloed behoort tot categorie II.

 Doel

Verdere uitbreiding voorkomen;
secundaire infectie voorkomen.

Handelingen

Vrijleggen, bij kapot blaardak starten met wondzorg.

Categorie III

Verlies van een volledige huidlaag (vet zichtbaar)

De huidlaag is weggevallen, waardoor het onderhuidse vet zichtbaar is. Wondbeslag, ondermijning of tunnelvorming kunnen aanwezig zijn. De diepte van de categorie III-decubitus varieert per lichaamsplaats. De neusbrug, het oor, het achterhoofd en de enkel hebben geen subcutaan (vet)weefsel waardoor de wond oppervlakkig is. In gebieden met een grote hoeveelheid vet kunnen zich extreem diepe wonden ontwikkelen. Bot en pezen zijn niet zichtbaar of direct voelbaar.

Doel

  • Debridement van wondbeslag;
  • Ontstekingen voorkomen en evt. ontstekingsverschijnselen behandelen;
  • Complicaties proberen te voorkomen.

Handelingen

Bij decubituswonden categorie III starten met verweking van wondbeslag door toepassing van een hydrogel, honingverband of foamverband. Indien mogelijk de verweking trachten te verwijderen door middel van chirurgische necrotomie door wondverpleegkundige. Inzet anti-decubitus matras/kussen.

Categorie IV

Verlies van een volledige weefsellaag (spier/bot zichtbaar)

decubitus wond stuitje

Het verlies van een volledige weefsellaag met blootliggend bot, pezen of spieren. Een vervloeid wondbeslag of necrotische korst kan aanwezig zijn. Meestal is er sprake van ondermijning of tunnelvorming. De diepte van de wond varieert per lichaamsplaats. Categorie IV-decubitus kan zich uitbreiden in de spieren en/of ondersteunende structuren (bijv. fascia, pees of gewrichtskapsel) waardoor gemakkelijk osteomyelitis of osteïtis ontstaat. Blootliggend bot of spierweefsel is zichtbaar en direct voelbaar.

Doel

  • Necrose verwijderen;
  • Ontstekingsverschijnselen;
  • Behandelen/voorkomen;
  • Complicaties proberen te voorkomen.

Handelingen

Droge necrose droog houden totdat de necrotische korst demarkeert van het gezonde weefsel. Bij overige decubituswonden categorie III starten met verweking van de necrose door toepassing van een hydrogel, honingverband of foamverband. Indien mogelijk de verweking trachten te verwijderen door middel van chirurgische necrotomie door wondverpleegkundige. Inzet anti decubitus matras/kussen.

Niet naar categorie in te delen/ongeclassificeerd

Verlies van een volledige huid- of weefsellaag. Diepte onbekend

Het verlies van een volledige weefsellaag waarbij de diepte van de wond volledig wordt gevuld door wondbeslag (geel, geelbruin, grijs, groen of bruin) en/of necrose (geelbruin, bruin of zwart) in het wondbed. De diepte is pas te bepalen nadat er voldoende wondbeslag en/of dood weefsel verwijderd is, waardoor het wondbed zichtbaar wordt. Het zal een categorie III of IV zijn.

Doel

Necrose verwijderen en/of necrose.

Handelingen

Toepassen van debridement. Necrotomie door wondverpleegkundige.

Vermoedelijk diepe weefselbeschadiging. Diepte onbekend

Gelokaliseerd gebied van paars of kastanjebruin verkleurde intacte huid of een met bloed gevulde blaar als gevolg van schade aan onderliggend zacht weefsel door druk- en/of schuifkrachten. Het gebied kan zich kenmerken door weefsel dat pijnlijk, stijf, papperig, warmer of kouder aanvoelt dan het aangrenzende weefsel. Diepe weefsel-beschadiging kan moeilijk te ontdekken zijn bij personen met een donkere huid. De wond kan zich ontwikkelen tot een dunne blaar over een donker wondbed.

Doel

Voorkomen van wonden;
Huid intact houden.

Handelingen

Ontlasten van de huid/vrijleggen.

Wil je meer informatie over decubitus mail of bel naar Jacare of lees meer in de richtlijnen decubitus https://www.venvn.nl/media/adujx1ja/20210224-richtlijn-decubitus.pdf